De reactie van staatssecretaris Ankie Broekers-Knol (VVD) op het debat in de Tweede Kamer was teleurstellend voor Exxpose. Niet in de eerste plaats omdat we het niet met haar conclusie eens waren, maar vooral omdat het leek alsof ze zich niet in het onderwerp had verdiept, niet openstond voor nieuwe ideeën van een jonge generatie, en het debat niet goed leek te hebben gevolgd.
Hieronder een aantal quotes van de staatssecretaris, en onze reactie daarop.
“Het kabinet is van mening dat de opheffing van het bordeelverbod in 2000 onvoldoende garanties biedt voor een veilige en gezonde seksbranche.”
“Aanbod van en vraag naar prostitutie zullen met strafbaarstelling van degenen die betalen voor seks niet verdwijnen. In plaats daarvan zullen de activiteiten meer uit het zicht plaatsvinden, met alle risico’s van dien.”
“Zo laat het onderzoek naar sekswerk en geweld uit 2018 bijvoorbeeld zien dat sekswerkers die zonder vergunning of illegaal werken, vaker te maken hebben met geweld dan sekswerkers die in de vergunde sector werken. Ook mensenhandel lijkt — ik zeg: lijkt — meer voor te komen in het illegale circuit.”
De staatssecretaris erkende dat het bordeelverbod niet heeft gebracht wat we ervan hadden verwacht. Dat is een goed begin! Het biedt volgens haar onvoldoende garanties voor een veilige en gezonde seksbranche. Onze vraag aan de staatssecretaris: is een veilige en gezonde seksbranche überhaupt mogelijk?
De meerderheid van de mensen in de prostitutie ontwikkelt PTSS, en geweld en mensenhandel komen veelvuldig in de legale sector in Nederland voor. De afgelopen 20 jaar hebben ons laten zien dat een veilige en gezonde seksbranche in de praktijk een oxymoron is. Daarom is het doel van het gelijkheidsmodel om zo min mogelijk mensen in de prostitutie terecht te laten komen. En niet om de branche zo goed mogelijk in stand te houden.
In reactie op ons voorstel laat Ankie Broekers-Knol in het debat weten dat zij denkt dat aanbod en vraag niet zullen verdwijnen door het model. Zoals in onze position paper te vinden is, is in Zweden echter het tegendeel te zien. In 2008 concludeerden onderzoekers dat er in Zweden (10 miljoen inwoners) ongeveer 300 mensen in de straatprostitutie zijn, en dat er voor 300 vrouwen en 50 mannen online werd geadverteerd (deze mensen zouden dubbel geteld kunnen zijn). Vergelijk dit met het aantal mensen in de prostitutie in Nederland. De schattingen beginnen op 20.000 mensen. Wat een verschil! Er is bovendien een breed gedragen steun voor de wet in de samenleving (60% tot 79%), vooral onder jonge mensen (18-38), wat indirect voor minder sekskopers zorgt. Dit wijst op een duurzame gedachteverandering: consent kan niet afgekocht worden.
De staatssecretaris verwijst in haar onderbouwing naar een onderzoek uit 2018 waaruit ze concludeert dat illegaal maken van prostitutie meer geweld en mensenhandel lijkt op te leveren. Hierbij is het belangrijk om op te merken dat in het gelijkheidsmodel mensen in de prostitutie niet strafbaar (of illegaal) zijn; alleen de mensen die seks kopen zijn strafbaar. Er is meerdere keren onderzoek gedaan naar de veiligheid van de mensen in de prostitutie in Zweden en het is niet onveiliger geworden. Het tegenovergestelde is waar: minder mensen komen in de cyclus van geweld terecht. Bovendien, laat onderzoek juist zien dat, in tegenstelling tot regulering, het gelijkheidsmodel mensenhandelaren juist ontmoedigt om naar Zweden te komen. In Frankrijk zijn na de invoering de procedures rondom mensenhandel bovendien met 54% gestegen. Dit alleen al maakt het gelijkheidsmodel het overwegen waard.
Onze vraag aan de staatssecretaris is dan ook: Wilt u doorgaan met het nastreven van het principe van een veilige en gezonde seksbranche of kiest u voor een praktisch model waarin de gerechtelijke macht meer mogelijkheden heeft om mensenhandel aan te pakken en minder mensen terecht komen in de cyclus van geweld?